Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Aaron nam zich tot een vrouw [21]Eliseba, dochter van Amminadab, zuster van Nahesson; en zij baarde hem [22]Nadab en Abihu, [23]Eleazar en Ithamar. 21. Deze was van den stam Juda, de zuster van den vorst Nahesson, Num.1:7, en Num.2:3; en 1 Kron.2:10. 22. Deze beiden worden hier samengevoegd, omdat zij beiden tegelijk door het vuur zijn omgekomen; Lev.10:1. 23. Hij is zijn vader Aaron opgevolgd in het hogepriester-ambt; Num.20:25.